Ambtsdragers

Misschien heb je nog nooit van ambtsdragers gehoord of denk je dat het een soort ambtenaren zijn. Een klein beetje gelijk heb je dan wel. Ambtenaren staan in dienst van de overheid en dat is voor ambtsdragers ook zo. Hun overheid is de Heer Jezus Christus.

Er zijn in calvinistische kerken drie soorten ambtsdragers: predikanten, ouderlingen en diakenen. Zij hebben allemaal een leidinggevende taak in de kerk, maar hun gezag ontlenen zij uitdrukkelijk alleen aan het gezag van Christus. Als persoon hebben zij niets over je te zeggen en moeten zij evengoed zich dagelijks bekeren. Als ambtsdrager hebben zij gezag. Alle gelovigen zijn dienaren van Christus; ambtsdragers hebben op een bepaald gebied een speciale opdracht gekregen met daaraan gekoppeld ook een speciale verantwoordelijkheid en dus een speciaal gezag. Wat zij van je vragen in naam van Christus kun je toetsen aan de bijbel. Al sinds de hervorming in het begin van de zestiende eeuw is er in de kerk een soort democratie onder uitsluitend gezag van Jezus Christus. Een bijbels beeld is om de gelovigen aan te duiden als schapen die dan door de ambtsdragers moeten worden geweid en beschermd. Het zijn echter allemaal mondige schapen, zij kunnen tegen onjuiste leiding protesteren. Als je daar meer van wilt weten moet je maar een site over kerkrecht opsnorren, b.v. de Dordtse Kerkorde . Tegenwoordig geldt een aangepaste versie van deze oude afspraken tussen de kerken . Spreken ambtsdragers inderdaad overeenkomstig wat de bijbel ons leert, dan is ongehoorzaamheid aan hen ook ongehoorzaamheid aan je Heer en Heiland Jezus Christus. Voor ambtsdragers in functie kunnen treden leggen zij een eed af voor God en de gemeente die hen heeft benoemd, aan de hand van het bevestigingsformulier voor dienaren van het Woord of dat voor ouderlingen en diakenen.

PREDIKANT
Ook wel dominee genoemd of "dienaar van het Woord". Zijn taak is het om herder en leraar te zijn. Hij spreekt namens God tegen de gemeente in de erediensten. Hij moet de hele gemeente beschermen tegen menselijk denken dat in gaat tegen de bijbel en ook aanwijzen waar het leven van gemeenteleden in strijd is met de bijbel. Hij draagt geen eigen gedachten uit, maar worstelt met de bijbel om te weten wat de Geest tegen de gemeente wil zeggen. Hij moet scherp in het oog houden wat de gemeente bedreigt en zijn keuze van onderwerp daarop afstemmen. De Geest van God wil, door middel van de bediening van het Woord, onze harten buigen tot zijn dienst. Het afbreken van de oude mens, zodat daarvoor in de plaats de nieuwe gestalte krijgt, hangt dus af van juiste prediking. De predikant is er ook verantwoordelijk voor de hele gemeente te leiden in het gebed tijdens de erediensten. Deze punten geven hem een heel grote verantwoordelijkheid en verlenen daarom ook een groot gezag. Je kunt dus niet zomaar predikant worden. Om te beginnen moet je daarvoor alleen maar kiezen wanneer je voelt dat de Heer dat van je vraagt. Je moet dan jarenlang naar de universiteit om God's Woord te bestuderen en kennis te vergaren over kerkgeschiedenis en het belijden van de kerk in alle eeuwen. Verder is het bijvoorbeeld nodig dat er aandacht is voor kerkrecht. Eigenlijk houdt dit in dat ieder kerklid zich kan beroepen op de bijbel en op het gezag van Jezus Christus, de enige echte herder van de schapen. Wanneer een aankomende predikant al deze voorbereidende studies achter de rug heeft moet hij natuurlijk examens afleggen. Niet alleen over zijn kennis maar ook over zijn bekwaamheid om een gemeente te leiden en bovenal moet hij duidelijke taal kunnen spreken over zijn persoonlijk geloof. Vervolgens moet er dan een beroep op hem worden uitgebracht door een gemeente. Je kunt niet zomaar op een kansel klimmen. De plaatselijke kerkenraad moet daarvoor opdracht geven. Voor iedere dienst geeft de dienstdoende ouderling de predikant een hand, zodat de hele gemeente kan zien dat het Woord wordt bediend door iemand die daarvoor opdracht heeft van de kerkenraad. Een kerkenraad kan een predikant in speciale gevallen ook de toestemming weigeren.

OUDERLING
Ouderlingen hebben de taak toe te zien op de leer en de manier van leven van de predikant, elkaar en de andere gemeenteleden. De ouderlingen vormen samen met de predikant de kerkenraad. Ouderlingen dragen grote verantwoordelijkheid voor de gemeente als geheel en voor de afzonderlijke leden. Ieder heeft een eigen wijk waar hij met een bepaalde regelmaat ieder gemeentelid thuis opzoekt om namens Christus speciale zorg aan dat kind van God te besteden. Zij spreken dan niet naar eigen inzicht, maar weloverwogen namens de Heer Jezus Christus. Dat mag natuurlijk getoetst worden aan de bijbel, maar je kunt het niet zomaar naast je neerleggen. Brengen zij echt het Woord van God en je trekt je er toch niets van aan, dan kom je in levensgevaar. Je zou de belofte van eeuwig leven kunnen blokkeren door ongeloof en ongehoorzaamheid. Het is echter niet de bedoeling dat zij heel je leven gaan organiseren. Zij zien toe op leer en leven, meer niet. Zolang je Geestdriftig aan de gemeenschappelijke erediensten en gemeentevergaderingen meedoet, is er grote vrijheid om zelfstandig te bezien hoe je de Heer verder het beste kunt dienen, waarvoor je wilt bidden, wat je uit de bijbel wilt lezen, welke acties je wilt steunen, welke curssussen je zinvol acht etc. Christenen zijn mondige mensen, ze hoeven niet te worden betutteld.

Niet ieder kan zomaar ouderling worden. Je moet om te beginnen door andere gemeenteleden voorgedragen zijn. Die letten er daarbij op dat je in speciale zin wilt luisteren naar de Geest en daardoor ook speciale gaven van inzicht en gehoorzaamheid hebt gekregen. Zij letten er op dat je leeft in overeenstemming met de bijbel en dat je bereid bent je te buigen voor het gezag van de bijbel. Pas daarna spelen dingen als geschiktheid als leider, bekwaamheid tot medeleven, spreekvaardigheid etc. een rol. Alle broeders die door de gemeente zijn voorgedragen worden door de kerkenraad nog eens zorgvuldig besproken. Daarna stelt de kerkenraad dubbeltallen op waar de gemeenteleden dan uit kunnen kiezen. Ouderlingen worden gekozen voor een periode van b.v. 4 jaar, daarna treden ze af.

DIAKEN
De diaken heeft vooral de taak om te zorgen dat geen enkel gemeentelid eenzaam is of gebrek lijdt. Ook moet de gemeente worden opgewekt tot het brengen van offers voor hulp bij grote nood waar ook in de wereld en voor allerlei maatschappelijk werk. De barmhartigheid van Christus voor ons allen moet door de gemeente ook worden uitgestraald naar buiten. Het vraagt wijsheid om de vele goede doelen ook wel te toetsen op christelijke prioriteit. Diakenen worden door de gemeente gekozen op dezelfde wijze als de ouderlingen. Ook zij bekleden hun ambt gedurende een bepaalde periode.

Het zal je wel zijn opgevallen hoe zorgvuldig dit alles is geregeld. In de kerk geldt alleen het gezag van Christus en alle gemeenteleden worden ingeschakeld om te zorgen dat dit ook zo blijft. Het vervullen van een ambt kan alleen maar doordat de Geest je dat geeft. Je zult de hulp van de Geest bij je amtsbediening ook alleen krijgen wanneer je tot dat ambt door Christus en zijn gemeente bent geroepen. Al sinds de synode van Dordrecht (1618-1619) gelden er een stel regels voor de gang van zaken in de gereformeerde kerken: de Dordtse Kerkorde . Inmiddels zijn die al vaak gewijzigd en verschillend voor de verschillende kerkgemeenschappen. Wanneer je het leuk vindt diep in het kerkrecht te duiken, kun je hier klikken

TIJDGEEST
Het is in onze tijd wel bijna vanzelfsprekend dat je het gek vindt dat vrouwen geen ambtsdragers kunnen zijn. Om te beginnen is dat een misverstand. De bijbel leert dat man en vrouw voor Christus volkomen gelijk zijn, al zijn de taken niet identiek. Alle belijdende gemeenteleden, dus ook de vrouwen hebben volgens de bijbel drie ambten namelijk van profeet, priester en koning. De Heidelbergse catechismus zegt daar het volgende over:
  1. profeet: Christus naam belijden.
  2. priester: jezelf als een levend dankoffer aan Christus offeren
  3. koning: a: met een vrij en goed geweten tegen de zonde en de duivel strijden en b: na dit leven in eeuwigheid met Christus over alle schepselen regeren.
Met de punten 1,2 en 3a kun je het al aardig druk hebben. Dat eist alles in je op gedurende je hele leven. Punt 3b ontvang je van God in Christus uit vrije genade, zomaar voor niets. Evenwel toch echt alleen maar wanneer je met die andere punten ernst hebt gemaakt. Het gaat niet zozeer om het daarbij bereikte resultaat, maar wel degelijk om de absolute en intense inzet om deze punten in te vullen. Je kunt je zaligheid niet verdienen, maar wanneer je niet geinteresseerd bent in wat God van je vraagt blijkt daaruit dat je jezelf niet echt aan Christus hebt overgegeven.

Predikanten, ouderlingen en diakenen bekleden daarnaast een bijzonder ambt omdat zij daarvoor in het bijzonder geroepen zijn. Binnen de Gereformeerde Kerken is er tegenwoordig helaas geen eensluidend standpunt ten aanzien van wat de bijbel zegt over de roeping van vrouwen voor het bijzonder ambt. Vermeden moet in elk geval worden dat er misverstanden zijn. Vrouwen zijn even waardevol, intelligent, belangrijk etc. etc. als mannen. Daar gaat het dus in ieder geval niet om. Alle gereformeerden erkennen de koningin. De bijbel spreekt ook niet in algemene zin over het bijzonder ambt en de vrouw. Het gaat duidelijk erover of de vrouw roeping heeft voor het leer-ambt. Dat is dus het ambt van predikant en ouderling. De bijbel leert dan dat die roeping niet bestaat. Er wordt niets over gezegd of de vrouw nu wel of niet geschikt is. Daar gaat het dus ook al niet om. Laten wij allen, vrouwen en mannen oppassen dat wij niet meegesleurd worden door de tijdgeest. De enige die gezag heeft in de kerk is Christus. Als hij je niet roept kun je, ook al denk je nog zo geschikt te zijn, geen bijzonder ambt gaan uitoefenen. Zelfs wanneer de gemeente je daarvoor toch zou roepen, kan het nog niet. Ambtsbediening kan alleen door de Geest en die kun je niet oproepen om jou te volgen. Hij roept jou juist om hem te volgen, het initiatief ligt steeds bij hem en er is steeds een duidelijke koppeling tussen roeping, bevoegdheid en gegeven Geestkracht.

Er leken destijds in het paradijs eigenlijk ook geen verstandige redenen te zijn om niet te eten van de boom van kennis van goed en kwaad. De vruchten zagen er prima uit. Maar God hoeft ons geen verantwoording af te leggen van zijn instructies. Wie in de kerk grijpt naar wat niet gegeven is pleegt revolutie. Ik bid dat mijn geliefde zusters dat niet zullen willen. Persoonlijk denk ik dat het diakenambt zich wel degelijk leent voor bediening door vrouwen en dat de bijbel daarover ook alleen maar positieve dingen zegt. Laten wij samen de geesten onderzoeken of die uit God zijn. Dat moet dan door de hele kerkgemeenschap worden gedaan, het kan niet plaatselijk worden afgedwongen. Zo ga je in de kerk niet met elkaar om, dat is geen blijk van onderlinge liefde. Galaten 5 vers 22 spreekt over de vrucht van de Geest:
”Maar de vrucht van de Geest is: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing”
Daar past bij dat je in ieder geval niet probeert iets naar je toe te trekken wat je niet gegeven wordt door Christus. Dit geldt voor vrouwen en ook voor mannen.