Openbaring van de Heer Jezus Christus aan Johannes |
|
|
|
voor
de gemeente uitgelegd |
|
Dr.
S.Geydanus, 1908 |
|
|
Uittreksel
anno 2011 |
|
P.Hessel |
|
|
Hoofdstuk 19 |
verzen |
1 tot 21 |
pagina's |
474 tot 495 |
|
|
Halleluja
jubel in de hemel over de val van Babylon. |
vers 1 tot 8 |
|
|
Nu breekt
alles in de hemel uit in jubelzang. Halleluja, prijst God. Het is geen
leedvermaak, maar pure blijdschap dat de |
macht van
satan nu volledig gebroken is. |
|
|
hierna |
|
Geeft de overgang aan van
treurnis en oordeel naar werkelijke vreugde. |
|
halleluja |
|
Looft, roemt, juicht,
jubelt over de God van het verbond. |
|
|
redding,
de eer en de macht |
Dat
is de oorzaak van de jubel. De kracht van de jubel is evenredig met de
diepe |
|
donkerheid van de
dreiging die overwonnen is. |
|
|
|
betrouwbaar
en rechtvaardig |
Zie 16 vers 7. De
beloften zijn vervuld en het recht van God is ongeschonden. |
|
de
wereld in het verderf heeft |
Alle
harmonie tussen God en zijn schepping verstoord. Dat is de reden voor het
oor- |
gestort |
|
deel. |
|
|
|
|
|
|
|
stijgt
op tot in eeuwigheid |
Evenals
de lofzang stijgt ook de rook eeuwig op tot eer van Gods heerlijkheid. |
24
oudsten en de 4 dieren |
De vertegenwoordigers van
de kerk en van alle leven. |
|
|
|
amen,
halleluja |
|
Bevestiging en
instemming. |
|
|
|
|
|
vanaf de troon klonk een |
Greydanus
denkt aan een stem namens de engelen. (Noot PH: Is dit niet Jezus die |
stem |
|
als eerste nieuwe mens en
rentmeester tot lof op roept?) |
|
|
jong
en oud |
|
Ales wat adem heeft love
de HERE. |
|
|
|
|
grote
menigte |
|
Al de verlosten. |
|
|
|
|
|
|
koningschap op zich |
Na
lange tijd van geduld neemt de Almachtige nu alles weer in de hand en staat
geen |
genomen |
|
ongerechtigheid meer toe. |
|
|
|
|
|
bruiloft
van het Lam |
Christus
is de bruidegom, zijn gemeente uit alle taal en stam en natie de bruid. |
|
Het
Hooglied spreekt reeds over de geestelijke liefdesrelatie tussen Christus en
zijn kerk |
|
en
in het N.T. wordt dit beeld gebruikt door Johannes de Doper (Joh. 3 vers 29),
door |
|
Jezus
zelf (Matteus 22 vers 2 tot 13 en Matteus 25 vers 1 tot 13 en door Paulus
(Ef. 5) |
|
Het
huwelijk wordt nu voltrokken: eeuwige innige verbinding van de gelovigen aan
hun |
|
Verlosser en in hem aan
hun Schepper. |
|
|
|
|
zuiver
stralend linnen |
Gereinigd
en geheiligd zijn de daden van de gelovigen door het bloed van het Lam, vast- |
|
gemaakt door de Heilige
Geest en geaccepteerd door de Vader. |
|
|
|
Bevel
en verzekering door engel. |
|
vers 9 |
|
|
Opnieuw
wordt er namens God de gelovigen getroost en zekerheid gegeven |
|
|
Schrijf
op |
|
Het is een duidelijke
verklaring, een wilsbeschikking, het ligt absoluut vast. |
|
Gelukkig |
|
Het
woord is veel te zwak en kan niet de volle heerlijkheid uitdrukken die in het
voor- |
|
gaande omschreven is. |
|
|
|
|
|
Uitgenodigd |
|
Je
hebt geen toegang uit jezelf. Je moet worden uitgenodigd en de uitnodiging
door de |
|
werking van de Geest ook
aannemen. |
|
|
|
|
Bruiloftsmaal
van het Lam |
Uitbeeldend de eeuwige
vreugde van de kinderen Gods. |
|
|
Wat
God hier zegt |
|
Het zijn woorden van de
Almachtige |
|
|
|
|
is
betrouwbaar |
|
Het wordt nogeens
plechtig verklaard hoewel het eigenlijk al vanzelf spreekt. |
|
|
Johannes
gaat in de fout en wordt vermaand. |
|
vers 10 |
|
|
Ook de
meest geliefde apostel heeft nog zonden en moet worden vermaand. Hij
verzwijgt dat ook niet maar schrijft ook |
dat op
zodat wij daardoor getroost en gewaarschuwd worden. |
|
|
om
hem te aanbidden |
Johannes
is zo van zijn stuk door zoveel majesteit en heerlijkheid dat hij de engel
niet |
|
herkent in zijn functie
als schepsel. |
|
|
|
|
doe
dat niet |
|
Deze engel is heilig,
niet gevallen, hij zoekt niet zijn eigen eer. |
|
|
dienaar
zoals jij en zoals je |
Alle schepselen zijn
dienaren en hebben de taak te getuigen van Jezus. |
|
broeders en zusters die van |
|
|
|
Jezus
getuigen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Je
moet God aanbidden |
Dat vloeit voort uit het
dienaar zijn, het is wat schepselen moeten doen. |
|
getuigen
van Jezus is |
Johannes
heeft de vermaning begrepen en aanvaard en voegt nu dit als conclusie
toe, |
profeteren |
|
dat
moeten wij dus doen uit de volheid van het hart, daartoe moeten ons al deze |
|
profetieën
en visioenen voeren. Wanneer je daarvan vol schiet, aanbid dan God en ge- |
|
tuig van Christus. |
|
|
|
|
|
|
|
Zege
over het beest en de koningen der aarde. |
|
vers 11 tot 21 |
|
Dit deel
plaatst ons terug in de tijd en op aarde. Wij mogen getuige zijn van de
uittocht van Christus ten oorlog. |
|
wit
paard met een ruiter |
Zoals in hoofdstuk 6,
maar nu is het Christus zelf die de strijd gaat voeren. |
|
Trouw
en betrouwbaar |
Trouw aan zijn beloften
en zonder leugen in tegenstelling met satan. |
|
rechtvaardig
vonnis |
Tegenstelling met het
doden van de christgelovigen. |
|
|
|
rechtvaardige
strijd |
|
Tegenstelling met de
koningen die tegen hem uitgetrokken zijn. |
|
|
ogen
als een vlammend vuur |
Hij
is nu oorlogsvorst, zijn blik doorschouwt alles en verschroeit wat onrein is. |
veel
kronen |
|
Hij heeft al talrijke
overwinningen behaald. |
|
|
|
|
naam
die niemand kent |
Boven alle naam, niet te
doorgronden, zijn wezen aangevend. |
|
|
met
bloed doordrenkt |
Vanwege
zijn rechtvaardig optreden in heel de
wereldgeschiedenis en ook uitbeeldend |
|
de verschrikking van deze
laaste slag die Hij gaat voeren. |
|
|
Woord
van God |
|
Deze
naam kunnen wij gedeeltelijk wel begrijpen. Hij treedt op als uitvoerder van
al wat |
|
door God gesproken is,
Hij is het Woord van God. |
|
|
|
hemelse
legermacht |
Geweldige legers engelen |
|
|
|
|
|
zuiver
wit linnen |
|
Vlekkeloze heilgheid en
vol heilig recht |
|
|
|
|
op
witte paarden |
|
De
zegen is al zeker, wit is de kleur van het paard van een zegevierend
aanvoerder. |
scherp
zwaard |
|
Zwaard spreekt van macht
en is teken van uitvoeren van het recht. |
|
|
volken
slaan zal |
|
Die zich tegen hem
gekeerd hebben. |
|
|
|
|
wijnpersbak van de hevige |
Het oordeel wordt
voltrokken. Zie hoofdstuk 14 vers 20 |
|
|
|
woede van de almachtige |
|
|
|
God |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoogste
Heer en Koning |
In bevoegdheid van de
Allerhoogste. |
|
|
|
|
op
zijn kleding |
|
Zichtbaar optredend in de
wereld in ambtsgewaad. |
|
|
|
op
zijn dij |
|
Sterkste
lichaamsdeel bij het leiden van een strijdros. |
|
|
|
midden
in de zon |
|
Voor ieder zichtbaar. |
|
|
|
|
|
|
tegen
de vogels |
|
De
dieren mogen zich nu volvreten aan de gevallen, potverterende
pseudo-rentmeesters |
om
oorlog te voeren met de |
Het beest en de
wereldmacht gaan in hoogmoed ten strijde tegen Christus. |
|
ruiter
op het paard |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het beest werd gevangen |
De
satan en de antichrist kunnen niet bestaan voor het aangezicht van God. Zij
worden |
genomen, samen met de |
voor eeuwig veroordeeld. |
|
|
valse profeet en levend in de |
|
|
|
vuurpoel met brandende |
|
|
|
zwavel
gegooid |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
met
het zwaard dat uit de |
Zij werden vervloekt. Het
Woord oordeelt hen. |
|
|
|
mond
kwam |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|