Nieuwtestamentische scheppingsfasering

Inleiding

Het is gebruikelijk om de schepping te faseren langs de lijnen die de Bijbel in Genesis aanreikt. Dat is op zich een goede zaak. Het stelt direkt duidelijk de oorsprong van al wat is in het licht. Wanneer wij ons beperken tot deze paar verzen in Genesis, kan er evenwel een mensgebonden vernauwing in ons denken optreden waarbij wij alle aandacht hebben voor onze verloren paradijselijke status, maar het zicht verliezen op de doelstellingen van onze God.
Wij blijven dan steken bij discussies over de lengte van de dagen in Genesis. Ook kan het gebeuren dat wij het spreken over leven en sterven beperken tot het lichamelijke. Zelfs is het soms zo dat het "beelddragen" gezien wordt als een lichamelijke zaak. Kortom er dreigt een antropomorfe visie te komen die zich onvoldoende bezig houdt met de bedoelingen die God met de schepping heeft. Andere delen van de Schrift zoals Johannes 1 en Kolossenzen 1 geven een beeld dat veel verder reikt en niet ons als huidige gevallen mensen centraal stelt, maar Jezus Christus, de eerstgeboren nieuwe mens. Het doel van God bij het scheppen van de mens, waarbij Geest en stof onlosmakelijk aan elkaar worden verbonden, krijgt daardoor kosmische reikwijdte. De discussie met slachtoffers van een steriele natuurwetenschappelijke beleving van de werkelijkheid, kan dan eindellijk gevoerd worden vanuit een oproep om te streven naar het worden van "beelddrager" .

Het ondervolgende tracht niet het oude scheppingsverhaal te ontkrachten. Ook is het niet mijn bedoeling anderen in een persoonlijk denkraam te dwingen. Het nodigt alleen uit de Schrift eens te interpreteren vanuit een ander perspectief. Dit perspectief houdt in dat het dragen van Gods beeld pas volle werkelijkheid geworden is in Jezus Christus. Het houdt ook in dat de schepping van de mens zoals die in Genesis is getekend pas in hem ultieme werkelijkheid is geworden en dat de schepping pas zal worden afgerond op de Jongste Dag.

Fase 1

In het begin schiep God hemel en aarde.
Hier wordt vaak snel aan voorbijgegaan, maar er staat veel. Ik ben geen taalkundige, maar mischien mogen wij hier lezen i.p.v. "hemel en aarde" het "geestelijke en het stoffelijke". Wij weten dat ook heel de geestelijke werkelijkheid door God is geschapen. Het is best belangrijk om daar goed over na te denken, met name voor atheisten, die immers alleen een stoffelijke werkelijkheid kennen. De Bijbel vertelt ons al in het eerste vers dat:
  1. God de oorsprong is van al wat is.
  2. Hij de hemel (het geestelijke, het metafysische) heeft geschapen. Daarvoor gelden geen natuurwettten. De kenbaarheid daarvan beperkt zich tot direkte openbaring door God zelf b.v. in de Bijbel.
  3. Hij ook de aarde (al het stoffelijke) heeft geschapen.
    Theologen doen er goed aan te accepteren dat daar ook de onderlinge verbanden bij horen: de natuurwetten. Deze kunnen worden gekend uit trouw onderzoek van de natuur. Zij perken de schepper niet in. Het geestelijke overstijgt het stoffelijke. Toch is het zo dat God ordenend optreedt in de chaos en het schepsel een kenbare, werkbare stof ter beschikking stelt. Natuurwetenschappen dienen dus door christenen serieus te worden genomen.

Fase 2

God zei: "Laten wij mensen maken, die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken"
De opdracht voor deze mens volgt in hetzelfde vers en de volgende verzen. Beheerder namens God van al het geschapene. Wat hier aandacht moet hebben is onder meer:
  1. De Drie-enige treedt hier op: Vader, Zoon en Geest.
  2. Er is een duidelijke trendbreuk met het voorgaande. Er wordt niet meer volstaan met het geven van opdrachten zoals "er moet komen" of "de aarde moet voortbrengen" Er wordt gesproken over de volle persoonlijke inbreng van de Drie-enige.
  3. Genesis 2 vers 7 vertelt ons nog iets essentieels: Hij vormde de mens uit stof, uit aarde en blies hem vervolgens de levensadem in de neus. Het gaat hier niet over adem halen, dat doen alle dieren ook. Het geestelijke wordt meegedeeld aan het stoffelijke. Alleen daardoor kan er sprake zijn van gelijkenis met God, die immers geen stof maar Geest is.
    Menswetenschappers dienen zich te realiseren dat er zelfs geen definitie van de mens mogelijk is zonder dit geestelijke, allesbepalende aspekt te onderkennen. Voor hen is de biologie dus niet meer dan een hulpwetenschap die helpt verklaren hoe de mens lichamelijk functioneert. Dit geestelijk aspekt, het beelddrager zijn, is evenwel niet toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek, het moet aan de theologie worden overgelaten. Het is totaal onmogelijk door natuurwetenschappen een goed mensbeeld te krijgen. De mens is meer dan alleen een lichaam.
Voor velen is hierbij de schepping volledig afgerond. Alles werd "zeer goed" bevonden. Adam en Eva kregen een hemels waarmerk. Zij konden aan de slag, geschapen in ware gerechtigheid en heiligheid naar het beeld van God. Ik wil dit ook zeker niet tegenspreken.

Dan volgt evenwel de zondeval. Alles lijkt te zijn mislukt. De beelddrager faalt. Is het streven van God geblokkeerd? Is het de satan mogelijk om het handelen van God te verstoren? Kan een schepsel de Schepper succesvol weerstaan? Dat lijkt wel zo: Adam krijgt te horen: "stof ben je en tot stof keer je terug". Wel lezen we gelukkig direkt al dat God natuurlijk niet kan worden geblokkeerd in het uitvoeren van zijn plan om mensen te maken die op hem lijken. Hij vertelt de satan dat het zaad van de vrouw hem zal vermorzelen. Wel zal er nu een zware weg moeten worden gegaan. De mens is nu gelijk aan God en kent goed en kwaad. De ellende is evenwel dat deze mens geen weerstand kan bieden aan het kwaad. Echt beelddragerschap zit er niet meer in. Er is geen sprake meer van ware gerechtigheid en heiligheid.

Fase 3

Kerst. De mens Jezus Christus, de Zoon van God wordt geboren.
De belofte van God om de mens de weg tot verlossing te bieden is gedurende duizenden jaren telkens herhaald. Het is nu zover. De Heilige Geest zal over Maria komen. Stof en Geest worden opnieuw verenigd en voller dan bij Adam: de Zoon des mensen wordt geboren. Wij weten dat God de Zoon al van voor alle eeuwen bestaat; geen schepsel maar geboren uit de Vader. Deze scheppingsfase brengt evenwel het ongelooflijke tot stand. God zelf wordt geboren in het vlees. Hij volbrengt de wil van de Vader ten volle, Hij is de eerste nieuwe mens, de volmaakte beelddrager. Hij weerstaat de satan absoluut, zelfs tot in de hel, het hol van de draak. Zijn Geest onderwerpt zich niet aan satan; hij beveelt zijn Geest terug te keren tot de Vader. Hij opent voor ieder die klopt de deur; niemand kan evenwel tot de Vader komen dan door hem. Wie hem verwerpt, verwerpt God zelf, wil geen beelddrager zijn en beantwoord dus definitief niet aan het doel wat God had bij het scheppen van de mens.

Fase 4

Pasen. Christus wordt opgewekt uit de dood. De Geest herneemt de stof, definitief en ten volle. Een verbijsterende scheppingsdaad van de Drie-enige God. Aan Christus wordt alle macht gegeven in hemel en op aarde, over de geestelijke en de stoffelijke wereld. De God-mens Jezus Christus is de ultieme rentmeester!!

Fase 5

Pinksteren. De Heilige Geest wordt uitgestort. Ieder die de Zoon aanneemt ontvangt daardoor eeuwig leven, wordt herschapen naar het beeld van God. De satan blijft evenwel actief en probeert nog steeds God's bedoelingen te blokkeren. De Zoon is voor hem onaantastbaar, maar zijn volgelingen blijken nog kwetsbaar. Geloof kan worden beproefd en kan worden verloren. Ook kan ongemerkt een vals beeld van God in ons groeien. Je kunt ter toelichting "Valse mystiek" lezen. De belofte is gelukkig heel duidelijk: Niemand die werkelijk in Christus gelooft zal verloren gaan (Johannes 17)

Fase 6

De Jongste Dag. Alle mensen zullen herrijzen, opgewekt door de Zoon. Hij zal allen oordelen! Vast geloof is de toetssteen en totale overgave aan de Vader.

Fase 7

Aan alle volgers van Christus zal een nieuwe naam worden gegeven. Zij worden herschapen tot eeuwige hemelse eredienst. Een naam betekent in de Bijbel ook een nieuwe opdracht. Het eeuwige feest breekt aan. God zal bij de mensen wonen en er zal geen dood meer zijn. Het scheppingsdoel is nu bereikt: mensen als kinderen van God, vol van ware gerechtigheid en heiligheid, kennende goed en kwaad. Nu evenwel zo vol van Gods Geest dat het kwaad nooit meer over hen zal kunnen heersen. De op vernietiging gerichte inbreng van satan is door de Alwijze gebruikt om de schepping van de mens juist door te voeren van knecht (Adam) tot zoon (Jezus Christus). In feite blijkt heel de Bijbel van Genesis tot Openbaring scheppingsgeschiedenis te zijn. Wie het vatten kan vatte het, mij lukt dat verstandelijk nooit en nimmer, maar het is gelukkig wel gewaarborgd door de beloften van God, die nimmer falen. Hij spreekt en het wordt terstond, al kan dat in onze aardse werkelijkheid wel heel lang duren. De dagen van God zijn anders dan de onze!